Na een systeemfout of een andere storing kunt u de server herstellen met de
laatste back-up. U kunt de back-up terugzetten op dezelfde computer (na een
softwarefout) of op nieuwe hardware. U kunt ook afzonderlijke bestanden en
e-mails terugzetten als deze per ongeluk permanent zijn verwijderd.
Na een systeemfout kunt u de volgende procedure gebruiken om de meest recente
back-up terug te zetten op de server.
-
Zet de computer aan en plaats cd-rom 1 van Windows Small Business
Server 2003 of de dvd (indien beschikbaar) in het station. Er verschijnt een
bericht waarin u wordt gevraagd of u het systeem vanaf de cd-rom wilt
opstarten. Bevestig dit door op een willekeurige toets te drukken.
-
Druk op ENTER als de pagina Welkom bij Setup verschijnt.
-
Lees de gebruiksrechtovereenkomst op de licentiepagina en druk
vervolgens op F8.
-
Selecteer de partitie waar u het besturingssysteem wilt terugzetten. Als
u de schijf nog niet in partities hebt onderverdeeld, moet u dat nu doen.
Volg de instructies in de wizard.
Opmerking
-
Selecteer het bestandssysteem voor de partitie. De computer wordt
tijdens Setup gepromoveerd tot domeincontroller. Daarom moet ten minste een
partitie zijn geformatteerd met het NTFS-bestandssysteem.
De tijdelijke bestanden worden naar een Windows-installatiemap op uw
computer gekopieerd. Dit kan een paar minuten duren. Nadat de bestanden zijn
gekopieerd, wordt Setup opnieuw gestart en wordt het onderdeel Windows
installeren van de installatie van het besturingssysteem gestart.
-
Pas op de pagina Landinstellingen zo nodig de land- en
taalinstellingen aan.
-
Vul de velden op de pagina Geef de software een persoonlijk karakter
in.
-
Voer op de pagina Uw productcode uw productcode in.
-
Voer op de pagina Computernaam en Administrator-wachtwoord
hetzelfde Administrator-wachtwoord in dat u eerder hebt gebruikt.
Opmerking
-
Het wordt nadrukkelijk aanbevolen dat u een standaardcomputernaam en
een niet-leeg wachtwoord opgeeft. Een standaardcomputernaam is een
unieke naam van maximaal 15 tekens: A–Z, a–z, 0-9 en het koppelteken
(-).
-
Controleer de instellingen op de pagina Datum en tijd instellen.
Het onderdeel Installatie voltooien van de installatie van het
besturingssysteem wordt gestart. Wanneer het besturingssysteem is
geïnstalleerd, wordt de computer opnieuw gestart.
-
Druk zodra de computer opnieuw wordt gestart op F8 om
Geavanceerde opties voor Windows te openen.
Opmerking
-
Selecteer Active Directory terugzetten.
-
Meld u bij de computer aan met het Administrator-wachtwoord.
-
Plaats de juiste tape in het tapestatioin of sluit de verwisselbare
vaste schijf aan op het systeem.
-
Klik op Start, klik op Uitvoeren en typ ntbackup om
het hulpprogramma Back-up te starten.
Als de tape niet wordt herkend door het hulpprogramma Back-up, wordt het
dialoogvenster Herkend medium gevonden weergegeven. Selecteer Alle
herkende media voor back-ups gebruiken.
-
Klik op Geavanceerde modus zodra de wizard wordt gestart.
-
Dubbelklik op het tabblad Media terugzetten en beheren op het
tapebestand met uw laatste volledige back-up.
Als u de back-up terugzet vanaf schijf of een netwerkshare, klikt u met
de rechtermuisknop op Bestand in het navigatiedeelvenster, klikt u op
Catalogusbestand, typt u het pad of bladert u naar het back-upbestand
en dubbelklikt u op het bestand.
-
Schakel de selectievakjes in om alle vaste schijven en de
systeemstatusgegevens terug te zetten, behalve Microsoft Information
Store.
Opmerkingen
-
Exchange en alle bijbehorende gegevens worden hersteld vanaf het
station of de stations waarop deze zijn geïnstalleerd.
-
Als u op de stations dubbelklikt, wordt een schatting weergegeven
van de tijd die het terugzetten zal duren.
-
Zorg ervoor dat onder Bestanden terugzetten naar de optie
Oorspronkelijke locatie is geselecteerd.
Opmerking
-
Klik in het menu Back-up op Extra en klik vervolgens op
Opties.
-
Klik op het tabblad Terugzetten op Het bestand op de computer
altijd vervangen en klik vervolgens op OK.
-
Klik op het tabblad Media terugzetten en beheren op
Terugzetten starten.
-
Klik in het dialoogvenster Waarschuwing op OK.
-
Klik in het dialoogvenster Terugzetten bevestigen op
Geavanceerd. Zorg ervoor dat op de pagina Geavanceerde opties voor
terugzetten de volgende vier selectievakjes zijn ingeschakeld:
-
Beveiligingsinstellingen terugzetten
-
Koppelingspunten terugzetten en bestands- en mapgegevens onder
koppelingspunten terugzetten naar de oorspronkelijke locatie
-
Bij het terugzetten van gerepliceerde gegevenssets de
teruggezette gegevens markeren als de primaire gegevens voor alle
replica's
-
Bestaande volumekoppelpunten behouden
-
Klik twee keer op OK.
Op dit punt wordt het terugzetten van de server gestart. Dit kan enkele
uren duren.
-
Als het terugzetten is voltooid, klikt u op Rapport om te
controleren of de systeemstatusgegevens en alle bestanden zijn hersteld.
Het is mogelijk dat het hulpprogramma Back-up voor enkele bestanden de
korte bestandsnaam niet heeft kunnen instellen. Dit kunnen de volgende
bestanden zijn:
-
\Documents and Settings\Administrator\Recent\*
-
\Documents and Settings\All Users\Application
Data\Microsoft\Crypto\*
-
\WINDOWS\PCHEALTH\HELPCTR\DataColl\*
-
\WINDOWS\System32\Inetsrv\History\*
Belangrijk
-
Als bestanden in uw systeemstation korte bestandsnamen hebben die
niet kunnen worden ingesteld, moet u ervoor zorgen dat dit niet-kritieke
bestanden zijn. Als het kritieke bestanden zijn, moet u het station
formatteren en het terugzetproces herhalen. Anders heeft dit meestal
geen invloed op de functie van de server na het terugzetten. U kunt dit
probleem voorkomen door ervoor te zorgen dat de stations op de juiste
wijze zijn geformatteerd voordat u begint met terugzetten.
-
Sluit het hulpprogramma Back-up en start de server opnieuw in de
normale modus.
Belangrijk
-
Als u de back-up op andere hardware terugzet, is het mogelijk dat
sommige services niet werken als gevolg van verschillen tussen de
hardware. Windows moet de detectie van alle apparaten op het systeem
ongedaan maken en de apparaten vervolgens opnieuw detecteren. Dit kan
enkele uren duren. Meld u bij de server aan om dit proces te starten.
Start de server opnieuw nadat alle apparaatstuurprogramma's zijn
geïnstalleerd.
-
Als u de back-up op dezelfde hardware hebt teruggezet, controleert u
of alle services zijn gestart nadat de server opnieuw is gestart. Als
bepaalde services niet zijn gestart, moet u deze handmatig opnieuw
starten. Nadat de server opnieuw is gestart, moeten sommige apparaten
mogelijk opnieuw worden gedetecteerd door Windows.
-
Start de clientcomputers opnieuw om deze opnieuw toe te voegen aan het
netwerk.
-
Als u ervoor hebt gekozen om clienttoepassingen uit te sluiten van de
back-up, klikt u achtereenvolgens op Start, op Configuratiescherm
en op Software en installeert u de toepassingen opnieuw. Andere items
die u van de back-up hebt uitgesloten, moeten ook opnieuw worden
geïnstalleerd.
-
Voer de volgende taken uit om te controleren of het terugzetten is
geslaagd:
-
Open Serverbeheer en controleer of de status van de
gebruikers en de computers overeenkomt met die in het back-uprapport.
-
Controleer of u verbinding kunt maken met het Internet.
-
Open http://companyweb en controleer of de site op de juiste wijze
wordt geopend.
-
Controleer of u e-mail kunt verzenden en ontvangen.